Binnen 2 weken geen genezingstendens van de wond dan contact opnemen met arts en/of wond-en dermatologie verpleegkundige !
• neem een (wond)anamnese af
• behandel zo mogelijk onderliggend lijden en verbeter beïnvloedende factoren
• kies een wondverband op basis van kleur en mate van wondexsudaat (WCS en TIME)
• noteer de wondbehandeling in het dossier
Algemene richtlijnen
• zie voor meer informatie het wondzorgprotocol van eigen instelling
• Houd rekening met de nadelige invloeden op wondgenezing; zoals roken, overgewicht, medicatie, onderliggend lijden en locatie van de wond. Denk aan screening voedingstoestand
• Probeer de oorzaak/onderliggend lijden van de wond te achterhalen en indien mogelijk weg te nemen
• werk hygiënisch: zie protocol eigen instelling
• aantal verbandwisselingen per dag is afhankelijk van het ingezette beleid, hoeveelheid exsudaat en productkeuze
• bij verbandwisseling douchen/spoelen met (lauw) kraanwater
(eerst 30 seconden laten stromen)
wondranden zonodig beschermen, korsten verwijderen
• vraag om advies aan de wond-en dermatologie verpleegkundige van je instelling
• evalueer minimaal 1x per week de voortgang tenzij anders afgesproken
WCS Classificatiemodel
Het classificatiemodel deelt de wonden op in een drietal kleuren, namelijk rode(granulerend), gele(fibrineus)en zwarte(necrotisch) wonden,. Het model is niet toepasbaar op brandwonden en oncologische wonden. De lokale behandeling van deze wonden wordt bepaald door onder andere de diepte, het oppervlak en de plaats van de wond en de algehele conditie van de patiënt.
TIME Classificatiemodel
TIME is een wereldwijd wondobservatie-instrument dat toelaat om op basis van 4 kenmerken de wond te beoordelen en het wondbeleid te bepalen.
TIME ondersteunt het principe van wondbedpreparatie met als doel actie te ondernemen om het wondbed van een chronische wond om te buigen naar een wondbed dat meer lijkt op dat van een acute wond. Pas als dat alles is bereikt, kan een wond dicht granuleren of is een huidtransplantatie mogelijk.
De 4 kenmerken van TIME zijn:
T Tissue/weefsel
- Is het weefsel vitaal of niet? Benoem welke fase de wond zich in bevindt (Rood/ granulerend , Geel/ fibrineus , Zwart/ necrotisch)
- Afmetingen wond, afname ondermijning , oppervlakkig/diep
- Kies de juiste maatregel (beschermen en/of reinigen of necrose verwijderen)
I Infection/infectie
- Is er een infectie? (rood, warm, pijn, zwelling, beperkte functie, geur, kleur, toename exsudaat).
- Bij koorts raadpleeg arts.
M Moisture/vochtbalans
- Is er sprake van juiste vochtbalans (nat, vochtig of droog)?
E Edge/wondrand
- Zijn de wondranden wel of niet intact?
- Omschrijf ook de wondomgeving: maceratie (verweking), eczematisch, ondermijning enz.
Absorberende verbanden
• Vliwazell, Leukoplast compres absorberend, Absorberend primair of secundair
verband. Bij erg veel exsudaat evt superabsorber inzetten.
Alginaten
• Suprasorb A, Kaltostat.
Heeft een hoge absorptiecapaciteit, een reinigend effect en een licht bloedstelpende werking.
Verwisselen indien verzadigd. Binnen de wondranden aanbrengen.
Anti-bacteriële zalfgazen en zalven/cremes/gels
• Flammazine creme/ Zilversulfadiazine , Fucidinezalf/crème, Urgotull ag, Terracortil , Honingzalf.
Doodt de bacteriën in de wond, bestrijdt de wondinfectie, heeft een reinigende werking. Maximaal
14 dagen gebruiken.
Schuimverbanden
• Mepilex (border), Cutimed Siltec, Aquacell foam Bestaan meestal uit polyuretaan en hebben een
goede absorptie capaciteit. Laten geen partikels in de wond achter en kunnen goed op maat
geknipt worden. Fixatie is meestal nodig met een pleister, zwachtel.
Reinigende verbanden en vloeistoffen
• Kraanwater, Prontosan wondspoelvloeistof, Polymem,
Kerlix gazen
Geurneutraliserende verbanden
• Vliwaktiv, Carboflex Absorbeert en neutraliseert de geur.
Hydro actieve verbanden
• Aquacel (foam), Suprasorb X, Liquacell Hoge absorptiecapaciteit, neemt wondvocht verticaal op in de vezels, waardoor de kans op verweking aanzienlijk minder is.
Hydro gels
• Prontosan gel, flaminal hydro/forte
Bestaan grotendeels uit water en creëren een vochtig wondmilieu door afhankelijk van de vochtigheid van de wond, vocht af te staan of vocht op te nemen. Afdekken met een siliconen gaas en absorberend verband.
Wondcontactmateriaal (niet verklevend)
• Mepitel, cuticell contact
De voorkeur gaat altijd uit naar silicone contact laag omdat deze zijn functie behoud. Niet verkleefd en indroogd! Is op basis van siliconen gemaakt.
Huidbeschermers
• Cavilon, Zinkoxidesmeersel, Proshield plus
Zinkoxide bevattende producten: DUN aanbrengen, verwijderen met zoete olie
Bij Cavilon film: kruisje op de intacte huid zetten met ballpoint, daarna aanbrengen en 30 seconden laten drogen. Opnieuw aanbrengen als het kruisje vervaagt.
Wondverband met zilver
• Suprasorb A+AG, Mepilex+AG, Aquacel+AG, polymem silver
Doodt de bacteriën, bestrijdt de wondinfectie, heeft een reinigende werking. Maximaal 14 dagen gebruiken.
Indicatie
Oedeem ten gevolge van chronisch veneuze insufficiëntie in opdracht van behandelaar.
Voorkeur i.v.m. comfort en vermindering wissel frequentie
2-laags zwachtelsysteem, bijvoorbeeld rosidal TCS , Urgo K2 ( lite)
ACT beleid bij dagelijks wondzorg of zalf beleid
Benodigdheden
• korte rek-zwachtels (min. 2 rollen per onderbeen)
• tricot buisverband
• polstermateriaal
• fixatiepleister
Voorbereiding
Breng buisverband aan en vanaf teenaanzet over het gehele onderbeen circulair polstermateriaal
(dit wijkt af van landelijke protocol Vilans iom met ketenregie groep oost achterhoek ).
1. Neem de 1e zwachtel en begin boven op de voet, langs inplant van de tenen.
2. Zwachtel 1 à 2x met stevige slag om de voet.
3. Houdt voet in 90° positie en zwachtel hielgewricht in, waarbij de slag 2/3 deel om hiel en 1/3 deel onder de voetzool. Zwachtel op spanning houden.
4. Zwachtel vervolgens 1/3 om de hiel en 2/3 onder de voetzool.
5. Zwachtel 1 slag circulair om de enkel. Rol de zwachtel het been volgend af, zonder te sturen en houd de zwachtel zo kort mogelijk op het been met gelijkmatige spanning tot 2 cm onder de knie.
6. Maak één circulaire toer onder de knie zonder spanning.
7. Laat vervolgens de zwachtel met gelijkmatige spanning de vorm van het been naar beneden volgen.
8. Door de zwachtel constant tegen de huid af te rollen gaat de zwachtel zijn eigen weg, meestal is dit weer naar boven en dan naar beneden. Fixeer de zwachtel met fixatiepleister.
9. Herhaal met de 2e zwachtel dezelfde procedure maar dan in tegengestelde richting.
10. Na elke wissel evalueer met cliënt hoe het heeft gezeten? Bij pijn zwachtels altijd verwijderen!
Leefregels
• zoveel mogelijk lopen en de kuitspier gebruiken door de voet goed af te wikkelen
• korte rekzwachtels dag én nacht laten zitten en minimaal 1x per week vervangen
• indien kuitspier niet gebruikt kan worden, dan één lange rekzwachtel gebruiken (indien huid niet
helemaal bedekt met één, dan twee lange rekzwachtels tegengesteld aan brengen); deze
moet(en) ‘s nachts af
• goed sluitend schoeisel zonder hoge hakken
Alternatieven
• verbandkous, bijvoorbeeld jobst ulcercare, actico ulcer S, Venotrain ulcertec (Bauerfeind),
klitteband systeem
Ulcus cruris (open been) is een defect van de huid van het onderbeen tot in de subcutisof dieper met geringe genezingstendens.
Reden voor verwijzing
Allergische reactie op( onderdeel van ) de behandeling , niet in staat compressie vol te houden, onbehandelbare pijn, geen afname van grootte ulcus na 4- 6 weken, ulcus na 6 maand nog aanwezig , frequent recidiveren van het ulcus.
Anamnese
Aandacht voor: duur en beloop, recidief ulcus, trombose, thromboflebitis, varices, claudicatioklachten, lymfeoedeem, ingrepen aan vaat stelsel in benen en/of bekken, immobiliteit, diabetes Mellitus, hartfalen, hypertensie, paresen, betekenis in het dagelijks leven voor de patiënten en/ of zijn omgeving .
Decubitus is een gelokaliseerde beschadiging van de huid en/of onderliggend weefsel, meestal ter
hoogte van een botuitsteeksel, als gevolg van druk of druk in samenhang met schuifkracht. Voor de
behandeling van de verschillende categorieën verwijzen we u naar het protocol. Voor vragen kunt u
altijd contact opnemen met de wond-en dermatologie verpleegkundige in uw eigen organisatie.
Risico-inventarisatie
Voor de risico-inschatting van decubitus:
• invullen risicoscorelijst
• gebruik klinische blik
Voorlichting
• informeer zorgvrager en/of mantelzorger over risicofactoren en de te nemen maatregelen
Voeding
• beoordeel voedingstoestand zorgvrager en neem bij afwijkingen voedingsmaatregelen
• consulteer bij verslechtering voedingstoestand een diëtiste
Huidverzorging
• inspecteer de huid dagelijks en let op de huidconditie
• voorkom verweking van de huid ten gevolge van urine, faeces, transpiratie en wondlekkage
• droge huid zalven: voorzichtig zacht masserend/kloppend aanbrengen en niet wrijven
• verschoon regelmatig incontinentiemateriaal
• dagelijks schoon ondergoed/kleding aandacht voor onderlaag
• span lakens niet te strak aan
• let op rimpel- en plooivorming
• verwijder oneffenheden als kruimels, geplooide celstofmatjes of andere vreemde voorwerpen
• zorg voor adequaat opvangmateriaal, droge kleding en onderlaag
Juiste houding
Doel: opheffen van druk en schuifkrachten.
• let op de houding in (rol)stoel en bed (zie illustraties)
• stimuleer tot houdingsveranderingen om drukgevoelige plaatsen te ontlasten
• pas consequent wisselligging toe
• mobiliseer indien mogelijk
• tref bij bedreigde hielen of ellebogen maatregelen om deze vrij te leggen door kussen onder de onderbenen/armen, denk aan Rebacare verbandschoen
• informeer de zorgvrager en/of mantelzorger over de invloed van houding op het decubitusrisico gebruik indien nodig antidecubitus kussen en/of matras in overleg met wond-en dermatologie verpleegkundige en/of ergotherapeut
Decubitus bedreigde gebieden
In ieder geval zorgen voor:
• steun nemen op gehele bovenbeen
(voetsteun niet te hoog)
• steun nemen op voeten (voetsteun niet te laag)
• steun nemen op armen (hoogte armleuning)
• groot steunvlak op rug; maar zonder verstelbare zittingen, niet teveel achterover zitten
Decubitus categorieën
SkinTears zijn traumatische wonden, die voornamelijk ontstaan op extremiteiten van ouderen ten gevolge van wrijving, of een combinatie van wrijvings- en schuifkrachten. Hierdoor wordt de epidermis van de dermis gescheiden (partial-thickness wond) of wordt zowel de epidermis als de dermis gescheiden van de onderliggende structuren (full-thickness wond). Gebruik van corticosteroïden geeft een hoger risico!
Doel
Het voorkomen, herkennen en op de juiste en eenduidige manier verzorgen van skintear. Huidlapje met water spoelen en proberen zo goed mogelijk terug te plaatsen binnen 6 uur na trauma
Vermelden in dossier CAVE kwetsbare huid
• zorgen voor een veilige omgeving
• zo nodig aanvraag ergotherapeut
• handhaven van goede voeding en vochtopname
• geen pleisters op de huid
• huidverzorging
• goede tiltechnieken
• bedekkende katoenen kleding voor de patiënt
• geen sieraden bij patiënt en zorgverlener
Verwijs-criteria
Behandeling 1 ste graads brandwond
flamigel, vaseline, aftersun crème.
Verbinden is niet nodig omdat de huid nog gesloten is.
Pijnstilling: paracetamol
Controle: niet nodig
Bij brandwonden in het gelaat kan ook voor Fucidin® gekozen worden
Behandeling 2 de graads oppervlakkig
laren debrideren. Blaardaken worden verwijderd omdat de blaarkap niet levensvatbaar weefsel is en wondinfectie kan veroorzaken. Tevens is er meer kans op het ontstaan van contracturen tgv littekenweefsel als blaardaken intact blijven. Daarna brandwond behandelen met flaminal forte, zie onderstaand
Behandeling diep tweede graads of 3 , verwijzing naar ziekenhuis
Wondbehandeling met flaminal forte
NB. Witte alginaat schilfers, die na het spoelen achterblijven op de wondrand, laten zitten. Deze beschermen de wondrand tegen verweking.
Aandachtspunten
Bij brandwonden in het gelaat kan ook voor Fucidin®zalf gekozen worden
-Brandwond eerst 15 minuten koelen onder lauw water
-Patiënt altijd op een zodanige wijze verbinden dat patiënt ledematen nog goed kan bewegen
-Bij het verbinden van handen de vingers per stuk inpakken.
-Zorg dat patiënt voor het verbinden voldoende pijnstilling heeft gehad op voorschrift arts
Brandwonden kunnen zich in de komende 24 uren tot zelfs 5 dagen verdiepen en uitbreiden.
Je gaat door met flaminal forte als de diepte 3de graads is.
Dan om de dag wissel en laten beoordelen op de wondpoli!
Als je diepte goed beoordeeld hebt en het is tweede graads, maken we de stap om de brandwond in te laten drogen met zilversulfadiazine creme/ flammazine.
Wondbehandeling zilversulfadiazine creme/ flammazine.
Blaren (bulla);
Een blaar is een met vocht gevulde holte in of onder het epitheel van de huid en/of slijmvliezen. Dit
vocht kan gevormd worden door lymfevocht, serum, bloed of extracellulair vocht. Er zijn veel
situaties waarbij blaren kunnen ontstaan. Door druk , frictie, natte huid, hoge of lage temperaturen,
virusinfectie een auto- immuunproces enz.
Eerst ontstaat op die plaats een rode plek. Als de wrijving daarna toch blijft bestaan, ontstaat een
holte met vocht. Ook kan een blaar ontstaan wanneer de huid aan hitte is blootgesteld.
Soorten blaren;
Er zijn dus verschillende typen blaren te onderscheiden die door
verschillende oorzaken kunnen ontstaan.
Drukblaar (wrijvingsblaar, waterblaar)
Dit is de meest bekende en komt het vaakst voor. Ontstaat door constante wrijving of druk door
bijvoorbeeld knellende schoenen of kleding dat schuurt langs de huid.
Brandblaar
Dit zijn pijnlijke blaasjes die op de huid ontstaan, die zich vullen met vocht, ontstaan door contact
met extreme hitte of kou. Bij brandblaren is vooral het koelen van de blaar belangrijk. Voor
verdere specifieke verzorging van dit type blaar, zie ‘brandwonden’ in deze transmurale richtlijn.
Bloedblaar
Is in feite een diepe drukblaar. Ook zijn ze moeilijk te behandelen. Het gaat door een bloedvat heen,
waardoor de blaar zich vult met bloed.
Een bloedblaar mag nooit zelf doorgeprikt worden (mits anders bepaald door arts of wond- en
dermatologie verpleegkundige) . Het risico op infectie is groot en de blaar kan ongecontroleerd gaan
bloeden.
Behandeling blaar (bulla);
Doelstelling bij blaren is om infectie en pijn te voorkomen, de huid weer te laten genezen en het
ontstaan van nieuwe blaren te voorkomen. Hiervoor bestaan een aantal standaardregels, maar er zijn ook verschillende situaties waarbij de zorg afwijkt. Daarom bij twijfel omtrent de acties die
ondernomen moeten worden of onderliggende oorzaak → altijd overleggen met de behandelende arts of wond- en dermatologie verpleegkundige van jouw organisatie.
Bij hele klein blaar <1 cm laat blaar intact, waar dat lukt. Voor deze afweging spelen de locatie en onderliggend lijden een belangrijke rol.
Bescherm zo nodig de intacte blaar met een siliconengaas en/of absorberend
verband.
Midden tot grote gesloten blaren, geïnfecteerde blaren of blaren die klachten/mobiliteit
hinder geven; gelieve het blaardak te verwijderen en de wond goed te reinigen.
Het blaardak kan het beste weggeknipt worden met een gedesinfecteerde schaar en de ontstane wond afgedekt worden met een siliconen gaas + absorberend verband als secundair verband of in laten drogen met zilversulfadiazine creme ( flammazine) met absorberend verband of eiland pleister. Zo kunnen micro-organismen zich minder goed verzamelen onder het blaardak en wordt het infectierisico verminderd.
Preventie blaren; ‘voorkomen is beter dan genezen’;
- Goed schoeisel is het beste begin. Kies voor schoenen van ademende materialen. De tenen
moeten kunnen bewegen, maar de hiel dient stevig omsloten te zijn. Koop schoenen aan het
eind van de dag (dan zijn de voeten wat toegenomen in dikte waardoor te krap schoeisel
voorkomen wordt). Ook nieuw schoeisel ‘inlopen’ door middel van een opbouwschema.
- Draag sokken zonder hinderlijke naden die het transpiratievocht goed kunnen afvoeren. Houd
voeten ook droog. Zijn de sokken vochtig geworden? Verwissel ze dan zo snel mogelijk. Een
goede voetverzorging is onontbeerlijk om blaren te voorkomen. Gebruik zo nodig een poeder
of dergelijke, ontwikkeld voor de voeten, om overmatige transpiratie te reduceren,
- Smeer de voeten niet volledig in met vaseline. Deze sluit de poriën geheel af waardoor het
transpiratievocht niet weg kan en het risico op blaarvorming verhoogt.
- Goed aansluitende kleding die niet schuurt op het gehele lichaam. Voorkeur → katoen.
Wanneer een arts of wond– en dermatologie verpleegkundige inschakelen?
Een enkele keer raakt een blaar/ omgeving geïnfecteerd. De blaar kleurt dan rood en er ontstaat pusvorming.
Daarnaast kunnen in zeldzame gevallen ook de lymfebanen en/of de regionale lymfeklieren ontstoken raken. Neem in de volgende gevallen contact op:
- Bij pijnlijke of gezwollen lymfeklieren in de liezen of oksel
- meer pijnklachten en rode wondrand
- Indien er vanuit de blaar een rode streep over de huid omhoog loopt,
- Bij koorts of malaiseklachten.
Smetten is een in de grote huidplooien gelokaliseerde, oppervlakkige huidaandoening welke zich kenmerkt door altijd roodheid (erytheem) aan beide zijden van de plooi. Daarnaast kunnen een of meerdere van de volgende symptomen voorkomen: maceratie (verweking), fissuren (scheurtjes), erosies, een nattende huid of korstvorming.
Risicocondities
Personen met de volgende condities hebben een verhoogd risico:
• obesitas
• verminderde mobiliteit
• ouderen
• vrouwen
• vochtige huid ten gevolge van incontinentie of transpireren
• verhoogde lichaamstemperatuur
• diabetes
• verminderde weerstand: - eerdere smetten
• beperkingen in de ADL
• tekortschietende persoonlijke hygiëne
Geef informatie en/of advies over onderstaande aanbevelingen en pas de volgende interventies toe:
Voorkom huid-op-huid-contact door:
• het, bij voorkeur, dragen van ademende katoenen kleding
• het dragen van ondersteunende kleding
• goedsluitend, niet knellend ondergoed met pijpen
(mannen en vrouwen); bij voorkeur geen strings
• katoenen pyjamabroek in plaats van nachtjapon
• katoenen BH; bij voorkeur eerst een katoenen hemd/T-shirt aantrekken en daarboven de BH
Behandeling
Stel op basis van onderstaande symptomen vast of er sprake is van smetten of vochtletsel, in welke fase het zich bevindt en behandel met de interventies beschreven bij de desbetreffende fase. Consulteer bij twijfel een arts , wond-en dermatologie verpleegkundige.
Symptomen | Interventie |
Smetten |
Smetten |
Smetten met nattende huid |
Smetten met nattende huid |
Smetten met geïnfecteerde huid |
Smetten met geïnfecteerde huid |
Gebruik bij overmatig exsudaat een niet-verklevend wondverband.
* verwijder altijd eerst de resten van Zinkoxidesmeersel FNA (= zinkolie)van een vorige behandeling met olie
** eerst antischimmelpreparaat, daarna Zinkoxidesmeersel FNA opbrengen óf gelijktijdig in een combinatiepreparaat. Altijd dun opbrengen!
Gebruik (combinatiepreparaten met) corticosteroïden alleen in opdracht van de arts
Een ‘diabetische voet’ is een verscheidenheid van voetafwijkingen die kunnen ontstaan ten gevolge van neuropathie, macro-angiopathie, ‘limited joint mobility’ en andere gevolgen van metabole stoornissen, die meestal in combinatie voorkomen bij mensen met diabetes mellitus.
De huisarts bespreekt jaarlijks met de patiënt de volgende adviezen door:
De Sims classificatie wordt gebruikt om het risico op het ontstaan van een diabetisch voetulcus in kaart te brengen Hoe hoger de score binnen de Sims classificatie, hoe hoger het risico op het ontwikkelen van een voetulcus.
Het vaststellen van de Sims classificatie bestaat uit de volgende onderdelen:
De informatie die gedeeld wordt binnen deze transmurale richtlijn is mede tot stand
gekomen door;
Expertise en Evidence Based Practice zorgprofessionals, werkgebied
Oost-Achterhoek, die affiniteit hebben en werkzaam zijn binnen de branche specifiek
gericht op complexe wondzorg (zowel 1e lijns als 2e lijns),
Onderstaande bronnen;
www.wcs.nl
www.vilans.nl
www.skbwinterswijk.nl
www.brandwondenzorg.nl
www.startwondverzorging.nl
www.richtlijnendatabase.nl
www.venvn.nl
Auteurs: Netwerk wondzorg (Buurtzorg, Careaz, Marga Klompé, SKB, Sensire)
Eigenaar: M. Kerkhof, voorzitter ketenregiegroep Wondzorg Oost Achterhoek
Vaststellingsdatum: 22 juli 2024
Herzieningsdatum: juli 2025